Dit keer namen we afscheid van je leven
Weemoedig word ik van deze foto.
Omdat je er bijna niet meer was. Niet één keer, meerdere keren; de eerste keer was het hoofdhalskanker met uitzaaiingen naar je lymfeklieren. Het was vechten, ook al was de prognose toen goed. Je kwam aan de bestraling en chemotherapie. De geur van de chemotherapie rook ik zeker nog een jaar erna via je huid. Wat zag je er slecht uit; bleek, gelig, dun. Je zette alles op alles en overwon.
En toen, vier jaar later, op exact diezelfde, akelige datum kreeg je het opnieuw te horen: kanker. Met flinke uitzaaiingen naar je longen.
Dit keer was er geen hoop meer en spraken we over je afscheid, de dood, je twee kleine kinderen die je zou achterlaten. Jouw jongens, die nog jonger zijn dan die van mij, onwerkelijk. Je had nog maar een paar maanden te leven en was bezig de laatste dingen die belangrijk voor je waren te doen en af te ronden.
En toen? De prognose veranderde. Want je kwam als de uitzondering die je was, samen met een handjevol anderen van alle kankerpatiënten in aanmerking voor een experimentele behandeling; immuuntherapie. Daarvoor moest je lichaam aan heel wat specifieke waardes voldoen en dat van jou deed dat. Twee jaar lang kreeg je deze dure, onofficiële behandeling waarvan de resultaten onbekend waren.
En het sloeg aan! Verdomme.
Je bleef leven.
Je wist bijna niet meer hoe; want je was al aan het loslaten toen de artsen je hadden gezegd dat je je op het ergste moest voorbereiden. De wereld draaide door en wist niets van het afscheid dat jij dagelijks van je leven had genomen. En ineens moest jij terug in die wereld. Alsof er niets was gebeurd. De tranen lopen over mijn wangen terwijl ik dit schrijf. “Suus, hoe moet ik nu naar mijn werk gaan. Mijn kinderen onder ogen komen, mijn vrienden, familie. Opstaan en doorgaan. Is het gek als ik niets voel?” Nee, het is niet gek.
Maar het is je weer gelukt. Daar was je. Ik zag wel dat je anders in het leven stond dan voor die tijd en anders dacht over dingen, maar ik herkende je, je was er. Je bent er! Je bent voor een tweede keer geïntegreerd en je werkt weer fulltime, hebt weer energie. Je reuk, smaak en gehoor zijn zo goed als weg; ik loop sindsdien aan jouw linkerkant. Je slijmvlies verstoord, waardoor je voedsel moeilijk kan slikken. Allemaal gevolgen van de radiotherapie, over de blessures nog maar niet te spreken. Maar voor jou zijn het bijzaken geworden. Want jij, jij bent steeds positief en in het moment.
Eerder deze week reed je 175km naar Groningen voor onze wandeling van 10km onder de rook van de stad, de stad waar jij zo van houdt. In het leven moet je keuzes maken die je wat opleveren, je moet weten wat belangrijk voor je is. Momenteel trainen we ons suf voor de wedstrijdloop van volgende week. Dan gaan we het leven vieren, onze wilskracht, doorzettingsvermogen en geschiedenis aan herinneringen. En drinken we een biertje. Gewoon omdat het kan, niet omdat we nou zoveel houden van bier. Ooit was het wel onderdeel van ons leven, een herinnering aan heel veel plezier en onbevangenheid, dus doen we het gewoon. Ik ken je al zo lang. Jij dwong me in de diepste dalen je hulp aan te nemen en als ik dat niet deed, zocht je wel een omweg om me toch datgene te geven waarvan je vond dat ik het nodig had. ‘”Niet zeuren, aannemen”. Met jou viel niet te sollen. Toen niet, nu niet.
Binnenkort mag je weer die vreselijke kamer in omdat er een afwijking is gezien. Eén dag voor jouw verjaardag heb je het onderzoek en één dag na mijn verjaardag de uitslag. En nee, het hoeft niks te betekenen. “Suus, het kan toch niet. Ik voel me zo goed, zo fit”. Inderdaad.
Het kan niet, het mag niet, hoe kun je zo bedrogen worden door je lichaam. Jij weet dat het kan; je goed voelen in een ziek lichaam. Al acht jaar is gezondheid voor jou iets kostbaars.
Maar daar denken we nu niet aan. Jij bent er goed in om in het moment te leven. Want zoals jij zegt; je moet doen wat nú energie geeft. Jezelf uitdagen en ergens naartoe werken.
Wat was het geweldig om geheel onverwachts bij de finish van de 4Mijl uitgerekend door jou te worden ingehaald. Bij een evenement met tienduizenden deelnemers! Je stond vlak na de finishlijn ons op te wachten maar ik kon niet naar je toe, niet door de massa heen. Jij zag niet dat ik naar je keek, dat ik je riep. En even keek ik naar je vanaf de overkant van de straat als een glimp van een herinnering waar ik fysiek niet meer bij kon zijn, en het raakte me.
Want je was er bijna niet meer.
Ik had al, iedere keer dat ik je in die laatste periode zag, een beetje afscheid van je genomen.
En we weten niet wat de toekomst brengt.
Het doet je goed; het gevoel na het sporten. Door de ontspanning en het voelen van je spieren en een sterk lichaam kun jij uit de angst blijven. Opnieuw vertrouwen op je lichaam en je ermee verbinden. En dat is wel nodig met zo’n onderzoek in het vooruitzicht. Dus als het zo voor je werkt help ik je graag en dwing ik je die run te doen volgende week. Dwing ik je ergens naartoe te werken. Want zo fanatiek ben je wel.
En dan gaan we samen over de finishlijn.
Met grote dank aan M. voor zijn lef, toestemming en onze samenwerking met betrekking tot de publicatie van zijn verhaal.